Hoe en wanneer moet je water geven in je tuin?
Tijdens droge periodes in het voorjaar en in de zomer kan het voorkomen dat je zelf extra water moet geven aan je planten. Zonder deze extra watervoorziening kunnen je planten gaan hangen en zelfs doodgaan. Geen zorgen, zo ver hoeft het zeker niet te komen en hieronder wordt uitgelegd wanneer je water moet geven en welk gereedschap hiervoor vereist is.
Wanneer water geven?
Planten bestaan voor 95 procent uit water en dit is dus ook een uiterst belangrijke voedingsbron. Vochtige wortels kunnen nieuwe haarwortels vormen om nog meer water op te nemen. Droge wortels doen dit niet en planten kunnen in dit geval doorschieten, ook wel vroegtijdige zaadvorming genoemd.
Het is aan te raden om in de ochtend de planten te bewateren. Hierbij moet je ervoor zorgen dat het water ook de wortels bereikt en niet enkel het grondoppervlak. Dit doe je door 20 liter water per vierkante meter te geven, waardoor het water ongeveer 20 centimeter de grond indringt.
Je kunt ook beter één keer per week een forse hoeveelheid water geven dan elke dag een klein beetje, aangezien de belangrijkste wortels dan niet worden bereikt. Daarnaast zorgt warmte voor extra verdamping en om snelle uitdroging te voorkomen, kun je organische mest gebruiken. Dit zal afbreken tot humus, wat het water kan opvangen als een spons onder de grond. Je zult ook regelmatig moeten schoffelen om de grond te beschermen tegen te veel verdamping.
Te veel water kan natuurlijk ook schadelijk zijn voor je planten, aangezien er dan verstikking kan optreden en schimmels en ziektes geactiveerd worden.
Welk gereedschap?
Er zijn verschillende manier van het bewateren van je planten. De meest voor de hand liggende is met de gieter. Kies hier bij voorkeur voor een gieter met een inhoud van rond de acht liter, zodat het niet te zwaar is, maar je ook niet steeds hoeft bij te vullen. Gietbroezen zijn er in allerlei vormen, waarbij een fijne kop gebruikt wordt voor de beneveling van zaailingen.
Moeite kan bespaard worden door een tuinslang te gebruiken. Goedkope tuinslangen zullen bij kou snel gaan scheuren. Gebruik daarom een tuinslang die is versterkt met nylon draad, deze zijn tevens duurzaam. Ook hierbij is de juiste broeskop van belang.
Een beregeningsinstallatie wordt gebruikt in tuinbouwbedrijven en kun je aanzetten zonder dat je erbij hoeft te zijn. Tevens kan er hierbij veel water toegediend worden.
Druppelslangen zijn geschikt voor bewatering op een besparende en doeltreffende manier. Via kleine poriën wordt druppelsgewijs water afgegeven, waardoor je tot wel 50 procent bespaart. Dit is een ideaal systeem voor bomen, perken en struiken en wordt ook veel gebruikt in moestuinen.
Tot slot kun je gebruik maken van sproeiers, waarbij er twee soorten zijn. Zwenksproeiers bestaan uit een holle, metalen pijp met gaatjes. Water wordt aangedreven en door de de druk gaat het pijpje heen en weer Hierdoor wordt er gelijkmatig water verspreid over een rechthoekig gebied.
Cirkelsproeiers, ook wel roterende sproeiers, spuiten door de waterdruk met een krachtige straal over een cirkelvormig oppervlak. De buitenkant van de cirkel krijgt het meeste water, waardoor overlapping noodzakelijk is.